Bijtelling privégebruik auto 25% niet naar 22%

Bijtelling privégebruik auto 25% niet naar 22%

Rijdt uw werknemer in een auto van de zaak waarvoor een bijtelling van 25% wegens privégebruik geldt? In dat geval kan de volgende uitspraak van de hoogste belastingrechter, de Hoge Raad, voor u van belang zijn. De uitspraak betreft een werknemer die rijdt in een auto van de zaak, die in augustus 2015 voor het eerst op naam is gesteld in het kentekenregister. De bijtelling wegens privégebruik bedraagt daarom 25%. Op 1 januari 2017 wordt het bijtellingspercentage van een dergelijke auto van de zaak verlaagd naar 22%. Daarbij is overgangsrecht opgenomen, waardoor de bijtelling ook na 1 januari 2017 25% blijft. De Hoge Raad heeft onlangs dat deze ongelijke behandeling van gelijke gevallen is toegestaan. Er is geen sprake van discriminatie, omdat er een redelijke en objectieve rechtvaardiging bestaat voor het onderscheid.

Let op
Het overgangsrecht is dus niet gunstig voor werknemers die op 1 januari 2017 al reden in een auto van de zaak met een bijtelling van 25%. Zij zitten echter niet alleen gedurende de overgangsperiode van maximaal 60 maanden vast aan deze hoge bijtelling, maar ook na de 60-maandstermijn van het overgangsrecht als zij blijven rijden in dezelfde auto.

Dien de schenkingsaangifte tijdig in

Dien de schenkingsaangifte tijdig in

Heb je van jouw ouders in 2018 een eenmalig vrijgestelde schenking ontvangen? Denk er dan aan dat je – anders dan de woorden wellicht doen vermoeden – hiervoor een schenkingsaangifte moet indienen. Deze eenmalige vrijstelling kan je namelijk alleen benutten als je in de schenkingsaangifte verzoekt om toepassing van de vrijstelling. De schenkingsaangifte moet vóór 1 maart 2019 zijn ingediend. Dit kan digitaal door met jouw DigiD in te loggen op MijnBelastingdienst

Overbruggingsregeling transitievergoeding versoepeld

Overbruggingsregeling transitievergoeding versoepeld

De voorwaarden om in aanmerking te komen voor de overbruggingsregeling transitievergoeding zijn per 1 januari 2019 versoepeld. Deze regeling is bestemd voor werkgevers met een klein bedrijf, die bij ontslag van hun werknemer(s) de transitievergoeding niet kunnen betalen. Kom je voor deze overbruggingsregeling in aanmerking, dan hoef je bij de berekening van de transitievergoeding geen rekening te houden met dienstjaren van vóór 1 mei 2013. Dit moet voorkomen dat je door de transitievergoedingen verder in de problemen komt. Jouw adviseur kan nagaan of jij op grond van de versoepelde voorwaarden in aanmerking komt voor deze overbruggingsregeling.

Anoniementarief bij ontbreken buitenlands adres

Anoniementarief bij ontbreken buitenlands adres

Van werknemers die geen inwoner zijn van Nederland mag u in de aangifte Loonheffingen niet het tijdelijke Nederlandse verblijfsadres (bijvoorbeeld een vakantiewoning) opnemen. U moet het buitenlandse adres vermelden. Is dat niet bekend, dan past u het anoniementarief toe. Aan de hand van de feiten en omstandigheden bepaalt u van welk land een werknemer inwoner is. Als zijn/haar sociale en economische leven zich hier afspeelt, is dat Nederland. Woont het gezin in het buitenland, gaan zijn/haar kinderen daar naar school, worden er daar bankrekeningen aangehouden en wordt daar ook regelmatig naartoe gereisd? In dat geval is hij of zij geen inwoner van Nederland. U neemt dan het buitenlandse adres op in de loonadministratie.

Tip
Vraag de werknemer bij twijfel om een woonplaatsverklaring. Deze kan worden aangevraagd bij het belastingkantoor (mogelijk in het buitenland) waaronder de werknemer valt.

Hogere vrije ruimte voor kleine werkgevers

Hogere vrije ruimte voor kleine werkgevers

Er komt vanaf 1 januari 2020 een tweeschijvenstelsel in de berekening van de vrije ruimte. De vrije ruimte wordt dan berekend als 1,7% van de loonsom tot € 400.000 plus 1,2% van de resterende loonsom. Daarnaast hoeft u een vergoeding voor een verklaring omtrent gedrag (VOG) niet meer ten laste van de vrije ruimte te brengen. Nu tellen die vergoedingen nog wel mee voor de vrije ruimte. Dit leidt tot veel onbegrip bij werkgevers, omdat een VOG vaak wettelijk verplicht is en niet tot een voordeel leidt voor de werknemer. De wijzigingen zijn een gevolg van een evaluatie van de werkkostenregeling. Hierbij is er overleg geweest met ondernemers, brancheorganisaties en intermediairs.

 

Hoe pakt de verruiming uit?

We geven hierna enkele  voorbeelden van hoe deze verruiming van de werkkostenregeling concreet uitpakt.

Loonsom (€) Vrije ruimte voor de maatregel (€) Vrije ruimte na de maatregel (€) Verruiming als bedrag (€) Verruiming als percentage
200.000 2.400 3.400 1.000 42%
400.000 4.800 6.800 2.000 42%
800.000 9.600 11.600 2.000 21%
4.000.000 48.000 50.000 2.000 4%

Loonheffingennummer weer zelf aanvragen

Loonheffingennummer weer zelf aanvragen

Nieuwe bv’s met een natuurlijke persoon als aandeelhouder, moeten sinds 1 januari 2019 weer zelf een loonheffingennummer aanvragen. Sinds april 2018 verstrekte de Belastingdienst dit nummer automatisch, maar deze werkwijze is per 1 januari jl. al weer gewijzigd. U wordt als DGA aangemerkt als werknemer van uw bv. De bv moet u ten minste een gebruikelijk loon betalen, waarop zij ook loonheffingen moet inhouden en waarvoor zij loonaangifte moet doen. Ook als u verder geen personeel in dienst heeft, moet u dus een loonheffingennummer hebben. U kunt het nummer aanvragen met het formulier Melding Loonheffingen (aanmelding werkgever). De Belastingdienst verstrekt het nummer binnen vijf werkdagen na de aanmelding. Uw bv krijgt ook een aangiftebrief, waarin staat over welke tijdvakken zij loonaangifte moet doen.

Laat uw WOZ-beschikking controleren

Laat uw WOZ-beschikking controleren

Binnenkort valt de WOZ-beschikking weer op uw (digitale) deurmat. Deze WOZ-beschikking betreft de waarde van de woning of het gebouw per 1 januari 2018. Het verdient aanbeveling deze beschikking te (laten) controleren, want hoewel de woningmarkt weer is aangetrokken, profiteert niet iedere huizenbezitter van dit herstel. De WOZ-beschikking is niet alleen relevant voor de gemeentelijke heffingen, maar ook voor andere belastingen, zoals bijvoorbeeld de inkomstenbelasting en de schenk-  en erfbelasting.

Bent u het niet eens met de vastgestelde waarde in de WOZ-beschikking, dan moet u binnen 6 weken na de dagtekening van de beschikking daartegen bezwaar aantekenen bij uw gemeente. U kunt geen bezwaar aantekenen bij de Belastingdienst! Is de hiervoor genoemde 6-wekentermijn verstreken en heeft u geen bezwaar gemaakt? U zit dan dus aan de vastgestelde waarde vast voor de gemeentelijke heffingen, maar ook voor de andere belastingen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de hoogte van het eigenwoningforfait in de inkomstenbelasting.

Pas anoniementarief toe bij ontbreken buitenlands adres

Pas anoniementarief toe bij ontbreken buitenlands adres

Van werknemers die geen inwoner zijn van Nederland mag u in de aangifte Loonheffingen

niet het tijdelijke Nederlandse verblijfsadres (bijvoorbeeld een vakantiewoning) opnemen. U moet het buitenlandse adres vermelden. Is dat niet bekend, dan past u het anoniementarief toe. Aan de hand van de feiten en omstandigheden bepaalt u van welk land een werknemer inwoner is. Als zijn/haar sociale en economische leven zich hier afspeelt, is dat Nederland. Woont het gezin in het buitenland, gaan zijn/haar kinderen daar naar school, worden er daar bankrekeningen aangehouden en wordt daar ook regelmatig naartoe gereisd? In dat geval is hij of zij geen inwoner van Nederland. U neemt dan het buitenlandse adres op in de loonadministratie.

Vraag de werknemer bij twijfel om een woonplaatsverklaring. Deze kan worden aangevraagd bij het belastingkantoor (mogelijk in het buitenland) waaronder de werknemer valt.

Alsnog aftrek betaalde lijfrentepremie alleen als u dit kunt aantonen

Alsnog aftrek betaalde lijfrentepremie alleen als u dit kunt aantonen

U heeft het mogelijk zelf al eens bij de hand gehad; u bent vergeten om de door u betaalde lijfrentepremie in de aangifte inkomstenbelasting af te trekken. Niet getreurd, er is dan toch nog zoiets als de saldomethode waarvan u gebruik kunt maken. Deze methode houdt in dat een deel van de toekomstige uitkeringen onbelast blijft. Van belang is wel dat u moet kunnen aantonen dat de lijfrentepremie is betaald én niet is afgetrokken. De lijn in de rechtspraak is hier vrij hard. Kunt u de premiebetaling niet bewijzen? In dat geval wordt uw verzoek tot toepassing van de saldomethode geweigerd. Het is daarom verstandig om oude aangiftes en betalingsbewijzen zorgvuldig te bewaren.

Brexit: vraag btw-verlegging aan bij import

Brexit: vraag btw-verlegging aan bij import

Heeft u als MKB-ondernemer die goederen importeert uit het Verenigd Koninkrijk een brief van de Belastingdienst ontvangen, waarin u wordt geattendeerd op de mogelijkheid om alvast een artikel 23-vergunning aan te vragen. Die vergunning kan worden gebruikt bij import uit een niet-EU-land. De btw op de geïmporteerde goederen hoeft u dan niet bij de inklaring aan de douane te betalen, maar wordt verlegd naar uw btw-aangifte. In dezelfde aangifte kunt u de btw als voorbelasting in aftrek brengen, mits u de goederen voor btw-belaste prestaties gebruikt. Zo voorkomt u dat u na de Brexit elke keer bij import van goederen invoer-btw moet betalen. Als de aanvraag nog voor 1 februari 2019 wordt gedaan, zal de Belastingdienst nog vóór 29 maart 2019 (de Brexitdatum) reageren.

Ook handig is het brexitloket met onder meer de brexitscan om na te gaan welke gevolgen de brexit heeft voor uw bedrijf.