Einde contract verzekeraar (in zicht): zorg dat u tijdig een nieuw contract sluit

De pensioentoezegging aan uw werknemers heeft u keurig ondergebracht bij een verzekeringsmaatschappij. U hebt onlangs nog een brief van deze maatschappij gehad waarin zij aangaven dat de uitvoeringsovereenkomst eindigt op 1 december aanstaande. In de waan van de dag denkt u ‘dat komt wel’. Maar wacht niet te lang met reageren. Als u op 1 december geen nieuwe uitvoeringsovereenkomst hebt gesloten, loopt u als werkgever een groot risico. De pensioentoezegging aan uw werknemers eindigt namelijk niet ook automatisch op 1 december. Als de toezegging na 1 december niet verzekerd is, bent u als werkgever zelf aansprakelijk voor bijvoorbeeld het uitkeren van een partnerpensioen.

 

Tip

Zorg ervoor dat u ruim voor de einddatum van de uitvoeringsovereenkomst met uw verzekeraar (een andere mag ook) een nieuw contract hebt afgesloten. U bent namelijk als werkgever verplicht om uw pensioentoezegging buiten de onderneming te verzekeren.

 

Einde contract verzekeraar (in zicht): zorg dat u tijdig een nieuw contract sluit

Middelingsverzoek zonder berekening een stuk eenvoudiger

Middelingsverzoek zonder berekening een stuk eenvoudiger

Vertoont uw inkomen grote schommelingen? Dan kunt u de Belastingdienst verzoeken om toepassing van de middelingsregeling. U komt voor deze regeling in aanmerking als u in drie opeenvolgende kalenderjaren in totaal meer inkomstenbelasting heeft betaald, dan u zou hebben betaald als uw inkomen over die drie jaren gelijk zou zijn verdeeld. Als het verschil meer dan € 545 bedraagt, krijgt u het meerdere terug. U kunt een beroep doen op de middelingsregeling als de definitieve aanslagen inkomstenbelasting over alle drie jaren zijn opgelegd.

Sinds 11 maart jl. is het gemakkelijker geworden om een middelingsverzoek te doen. U hoeft namelijk geen berekening meer mee te sturen bij een middelingsverzoek. U moet alleen nog aangeven over welke drie aaneengesloten kalenderjaren de middeling moet plaatsvinden. De overige gegevens die nodig zijn voor het herberekenen van de belasting in het kader van middeling, zijn bij de Belastingdienst bekend.

 

Tip

Het is wel verstandig om de middelingsberekening te (laten) maken. Zo kunt u (laten) controleren of de berekening van de Belastingdienst klopt.

Samenwoners pas op met afkoop partneralimentatie

Samenwoners pas op met afkoop partneralimentatie

Als twee mensen hebben samengewoond en uit elkaar gaan, kan er geen aanspraak worden gemaakt op partneralimentatie. Toch kunnen de aard en duur van de relatie daartoe aanleiding geven. Gaat u uit elkaar, bent u daarbij partneralimentatie overeengekomen en is dit vastgelegd en daarmee rechtens afdwingbaar gemaakt? In dat geval is deze vorm van alimentatie – net als bij gehuwden – bij de ontvanger belast en bij de betaler aftrekbaar. Er is wel een verschil met gehuwden, als dit toegezegde recht vervolgens wordt afgekocht. De afkoopsom wordt bij de ontvanger dan wel belast, maar komt bij de betalende partij niet in aftrek. Dit komt omdat de aftrekmogelijkheid van een afkoopsom van eerder toegezegde partneralimentatie door ongehuwden simpelweg niet in de wet is geregeld.

 

Tip

Houd er daarom rekening mee dat een eenmaal toegezegde partneralimentatie daarna niet meer zonder fiscale schade kan worden afgekocht.

Meld tijdig uw S&O-uren en voorkom een boete

Meld tijdig uw S&O-uren en voorkom een boete

Heeft u als zelfstandig ondernemer in 2018 gebruik gemaakt van de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO)? U komt dan in aanmerking voor de S&O-aftrek. Maar zorg er dan wel voor dat u het aantal gerealiseerde S&O-uren vóór 1 april 2019 heeft opgegeven aan de RVO. Dit geldt ook voor de eventuele gemaakte S&O-kosten en -uitgaven als u bij de eerste aanvraag niet voor het forfait heeft gekozen maar voor de werkelijke S&O-kosten en -uitgaven. De gerealiseerde gegevens over 2018 moet u ook doorgeven als u wel een S&O-verklaring heeft, maar geen of minder S&O-uren heeft gerealiseerd dan vermeld in die verklaring. Het niet opgeven van de S&O-gegevens leidt tot een boete. U kunt de melding doen via het eLoket van RVO.nl.

Let op: Vanaf 2018 meldt u de gerealiseerde S&O-uren (en zo nodig de werkelijke S&O-kosten en – uitgaven) niet meer per S&O-verklaring. U moet alle S&O-uren (en eventuele S&O-kosten en -uitgaven) melden van alle S&O-verklaringen van 2018 tezamen.

Denk aan zakelijke vergoeding als u borg staat voor uw bv

Denk aan zakelijke vergoeding als u borg staat voor uw bv

Staat u borg voor een lening van uw bv? Zorg er dan voor dat u een zakelijke borgstellingsvergoeding opneemt in de borgstellingsovereenkomst. U kunt zich borgstellen voor een schuld (bijvoorbeeld een kredietfaciliteit) van uw bv bij een bank. U krijgt een regresvordering op uw bv als de bank de borgstelling heeft ingeroepen en u de schuld van de bv heeft voldaan. De bv kan u die vordering niet betalen, anders had de bank immers geen beroep op u gedaan. U wilt daarom het verlies op de regresvordering vervolgens in aftrek brengen op uw inkomen. Maar dat kan alleen als de borgstellingsovereenkomst die u met uw bv bent aangegaan, zakelijk tot stand is gekomen. Die zakelijkheid blijkt onder meer uit een redelijke vergoeding voor het risico dat u loopt als borgsteller. Dit is de vergoeding die een onafhankelijke derde zou eisen als hij hetzelfde risico zou lopen als u.

Doe tijdig suppletieaangifte en voorkom belastingrente

Doe tijdig suppletieaangifte en voorkom belastingrente

Een suppletieaangifte moet u indienen, zodra duidelijk wordt dat u te veel of te weinig btw heeft betaald. Hebt u te weinig btw betaald, dan wordt u belastingrente verschuldigd vanaf de eerste dag na afloop van het kalender- of boekjaar waarop die btw betrekking heeft. Dit voorkomt u door de suppletieaangifte in te dienen binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar waarop de suppletie betrekking heeft. Er wordt dan geen belastingrente berekend, mits de suppletie een vrijwillige verbetering is. Bedragen tot € 1.000 mag u verrekenen in de eerstvolgende btw-aangifte. Hiervoor hoeft u dus geen suppletieaangifte te doen.

Wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen bv een stapje dichterbij

Wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen bv een stapje dichterbij

Het vorig jaar aangekondigde wetsvoorstel om excessief lenen bij de eigen vennootschap tegen te gaan, is afgelopen maandag in concept gepubliceerd. Tot 1 april 2019 loopt er een consultatieronde, waarbij belangstellenden kunnen reageren op de inhoud van het wetsvoorstel. De verwachting is dat het wetsvoorstel daarna in de zomer bij de Tweede Kamer wordt ingediend. Het bovenmatig lenen bij de eigen vennootschap wordt tegengegaan door het lenen bij de eigen bv van meer dan € 500.000 te belasten als inkomen uit aanmerkelijk belang in box 2. Dit wil zeggen dat er over het meerdere 25% (huidig tarief) inkomstenbelasting moet worden betaald. Dit aanmerkelijkbelangtarief wordt de komende jaren in twee stappen verhoogd: naar 26,25% in 2020 en naar 26,9% in 2021. De maatregel moet in werking treden vanaf 1 januari 2022. Bent u een aanmerkelijkbelanghouder voor wie deze maatregel gevolgen heeft? Zorg dan dat u de schulden aan uw eigen bv terugbrengt tot een bedrag onder de € 500.000.

 

Let op

Er geldt een overgangsregeling voor bestaande en nieuwe eigenwoningschulden van de eigen bv. Die regeling houdt in dat boven op deze eigenwoningschulden een aanvullende drempel geldt van € 500.000 voor u en uw partner gezamenlijk. Er is echter voorgesteld om een extra voorwaarde te verbinden aan nieuwe (na 31 december 2021) eigenwoningschulden bij de eigen bv. Voor deze schulden geldt dat u een recht van hypotheek verstrekt aan uw bv.

Controleer voorlopige berekeningen LKV, LIV of jeugd-LIV

Controleer voorlopige berekeningen LKV, LIV of jeugd-LIV

Ruim 140.000 werkgevers ontvangen tussen 27 februari jl. en 14 maart 2019 voorlopige berekeningen van het UWV. Daarin staat voor welke werknemers – en tot welk bedrag – u als werkgever recht heeft op loonkostenvergoedingen (LKV), het lage-inkomensvoordeel (LIV) of het jeugd-lage-inkomensvoordeel (jeugd-LIV). Deze berekeningen zijn gebaseerd op de loonaangiften en correcties over 2018, die tot en met 31 januari 2019 zijn gedaan. Als een aanvraag voor een doelgroepverklaring op 31 januari 2019 nog in behandeling was, staan de LKV nog niet in de voorlopige berekening.
Controleer de voorlopige berekeningen en dien eventuele correcties op de loongiften bij de Belastingdienst in vóór 1 mei 2019. Zijn de loonaangiften wel juist ingevuld, maar denkt u dat de voorlopige berekening niet juist is? Of zijn er na 15 maart 2019 geen voorlopige berekeningen

Onterecht misgelopen kindgebonden budget 2013 – 2017 wordt nabetaald

Onterecht misgelopen kindgebonden budget 2013 – 2017 wordt nabetaald

Ouders van wie eerder het kindgebonden budget is stopgezet vanwege te veel inkomen, maar die later wel weer aan de voorwaarden voldeden, hadden toen automatisch weer kindgebonden budget moeten krijgen. Dat is in de periode 2013 – 2017 niet gebeurd, omdat het systeem ervan uitging dat de ouders daarvoor eerst zelf een nieuwe aanvraag moesten indienen. Honderdduizenden ouders hebben daardoor tussen 2013 en 2017 ten onrechte geen kindgebonden budget ontvangen. Staatssecretaris Van Ark heeft toegezegd dat het misgelopen kindgebonden budget wordt nabetaald.

De Belastingdienst/Toeslagen past eind 2019 de systemen aan, zodat over 2018 en 2019 het kindgebonden budget in voorkomende gevallen wel automatisch wordt herstart.

De budgettaire tegenvaller van de systeemfout wordt waarschijnlijk opgevangen door in 2020 het kindgebonden budget niet te indexeren.

Onterecht misgelopen kindgebonden budget 2013 – 2017 wordt nabetaald

Onterecht misgelopen kindgebonden budget 2013 – 2017 wordt nabetaald

Ouders van wie eerder het kindgebonden budget is stopgezet vanwege te veel inkomen, maar die later wel weer aan de voorwaarden voldeden, hadden toen automatisch weer kindgebonden budget moeten krijgen. Dat is in de periode 2013 – 2017 niet gebeurd, omdat het systeem ervan uitging dat de ouders daarvoor eerst zelf een nieuwe aanvraag moesten indienen. Honderdduizenden ouders hebben daardoor tussen 2013 en 2017 ten onrechte geen kindgebonden budget ontvangen. Staatssecretaris Van Ark heeft toegezegd dat het misgelopen kindgebonden budget wordt nabetaald.

De Belastingdienst/Toeslagen past eind 2019 de systemen aan, zodat over 2018 en 2019 het kindgebonden budget in voorkomende gevallen wel automatisch wordt herstart.

De budgettaire tegenvaller van de systeemfout wordt waarschijnlijk opgevangen door in 2020 het kindgebonden budget niet te indexeren.