Uitbreiding TVL-regeling

Uitbreiding TVL-regeling

Nu de tweede golf in de coronacrisis een feit is, zijn er aanvullende steunmaatregelen getroffen. Een van die maatregelen betreft de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Deze regeling stond niet voor alle bedrijven open. Heeft u bijvoorbeeld een toeleveranciersbedrijf of een transportbedrijf, dan kwam u tot nu toe niet voor de regeling in aanmerking. Maar hierin is nu verandering gekomen. Er is namelijk  besloten om de TVL-regeling open te stellen voor alle bedrijven die meer dan 30% omzetverlies hebben. De tegemoetkoming kan oplopen tot maximaal € 90.000 euro. De openstelling voor alle bedrijven geldt alleen voor het laatste kwartaal van 2020. U kunt vanaf medio november een aanvraag voor TVL indienen.

Langer versoepelde fiscale regels tijdens betaalpauze hypotheek

Langer versoepelde fiscale regels tijdens betaalpauze hypotheek

Sinds de uitbraak van de coronacrisis gelden er versoepelde fiscale regels in het geval u een betaalpauze voor rente en aflossing hebt afgesproken met uw bank of andere hypotheekverstrekker. Onlangs is de werking van deze versoepelde regels verlengd tot 31 december 2020 in verband met de aanhoudende coronacrisis. Daarnaast is de maximale duur van de betaalpauze verlengd van maximaal zes naar twaalf maanden. De betaalpauze moet aan de volgende drie voorwaarden voldoen om de versoepelde fiscale regels te mogen toepassen:

  1. u hebt in de periode 12 maart 2020 tot en met 31 december 2020 bij uw geldverstrekker gemeld dat u (dreigende) betalingsproblemen hebt door de uitbraak van het coronavirus;
  2. u en uw geldverstrekker zijn daarom een betaalpauze overeengekomen, die uiterlijk op 1 januari 2021 ingaat en die schriftelijk door de geldverstrekker wordt bevestigd;
  3. de looptijd van de betaalpauze bedraagt maximaal twaalf maanden.

Let op

Leent u van een niet-administratieplichtige – bijvoorbeeld familie of uw eigen bv – dan gelden aanvullende voorwaarden. Uw adviseur kan u daarover informeren.

Tijd dringt voor TVL-aanvraag eerste periode

Tijd dringt voor TVL-aanvraag eerste periode

De TVL-regeling is onlangs met negen maanden verlengd. Maar wilt u nog de TVL van maximaal € 50.000 aanvragen voor de eerste periode (juni tot en met september 2020), dan begint de tijd te dringen. Uiterlijk 30 oktober 2020 17:00 uur moet de aanvraag dan namelijk zijn ingediend.

Sinds 1 september jl. kunt u de TVL-aanvraag ook uitbesteden aan uw adviseur. Daarvoor moet u hem/haar wel eerst een ketenmachtiging geven om veilig de TVL-aanvraag voor u te kunnen doen. Informatie over de ketenmachtiging vindt u op eHerkenning.nl.

Op rvo.nl vindt u een formulier waarmee u de aanvraag kunt doen. Binnen acht weken volgt een beslissing. Als de subsidie wordt verleend, wordt er een eenmalig voorschot van 80% uitgekeerd. De vaststelling van de subsidie moet u vervolgens vóór 1 april 2021 aanvragen bij rvo.nl/tvl.

Vraag vóór 1 november aanslag aan en verlaag uw box-3-grondslag

Vraag vóór 1 november aanslag aan en verlaag uw box-3-grondslag

Bepaalde belastingschulden verminderen niet de rendementsgrondslag van box 3. Dit kunt u omzeilen door een voorlopige aanslag aan te vragen en deze voor het einde van het jaar te betalen. Op de peildatum van box 3 (1 januari) heeft het bedrag van de aanslag zo toch de box-3-grondslag verminderd. Maar deze vlieger gaat niet op als de inspecteur de aanslag niet tijdig oplegt, waardoor u niet voor het einde van het jaar kunt betalen. Dat vindt de staatssecretaris niet rechtvaardig. Hij keurt daarom goed dat als u vóór 1 november van het jaar schriftelijk om een (nadere) voorlopige aanslag hebt verzocht, de desbetreffende belastingschuld al per 1 januari van het volgende jaar (peildatum) als betaald wordt beschouwd bij de berekening van de box-3-grondslag. Dus ook als u de aanslag nog niet heeft betaald.

Einde uitstel publicatieplicht anbi-gegevens 2019 nadert

Einde uitstel publicatieplicht anbi-gegevens 2019 nadert

Algemeen nut beogende instellingen (anbi’s) kregen vanwege de coronacrisis maximaal vier maanden langer de tijd om de jaarstukken over 2019 elektronisch te publiceren. Een anbi met een boekjaar gelijk aan het kalenderjaar heeft hiervoor dus uitstel gekregen tot uiterlijk 1 november 2020. Daar zijn wel twee voorwaarden aan verbonden. Het bestuur van de anbi moest uiterlijk binnen zes maanden na afloop van het boekjaar het bestuursbesluit tot verlenging van de publicatieplicht op de website hebben gepubliceerd. Daarnaast moet uit het bestuursbesluit blijken waarom de financiële gegevens over 2019 niet binnen de gebruikelijke 6-maandstermijn konden worden gepubliceerd. Een anbi die haar jaarcijfers niet tijdig publiceert, loopt het risico de anbi-status met terugwerkende kracht te verliezen. Hierdoor vervallen de fiscale faciliteiten voor de anbi én haar begunstigers. Zorg dus dat de jaarcijfers 2019 tijdig worden gepubliceerd.

Aanvraagperiode definitieve vaststelling NOW 1.0 gestart

Aanvraagperiode definitieve vaststelling NOW 1.0 gestart

Hebt u gebruikgemaakt van de NOW 1.0-regeling? U hebt die steun dan als voorschot ontvangen. Hoe hoog de steun precies moet zijn, wordt nog vastgesteld op basis van uw feitelijke omzetverlies en loonsom over maart, april en mei 2020. Daarvoor moet u een aanvraag voor een definitieve berekening van de NOW 1.0 indienen bij het UWV. Dat kan sinds 7 oktober. De definitieve vaststelling van NOW 1.0-subsidie kan leiden tot een nabetaling, maar ook tot een terugvordering als blijkt dat u te veel voorschot hebt gehad. Dat is bijvoorbeeld aan de orde als uw omzetverlies kleiner is dan u had verwacht bij de voorschotaanvraag of als uw loonsom is gedaald. Het UWV stelt de NOW-subsidie vast 52 weken na indiening van de aanvraag tot subsidievaststelling.

Let op: het is van groot belang dat u een aanvraag voor vaststelling van de NOW 1.0-subsidie doet. Als u dit niet (tijdig) doet, dan wordt de subsidieverlening ingetrokken. Dit heeft tot gevolg dat het subsidievoorschot onverschuldigd is betaald en volledig wordt teruggevorderd.

Belastingdienst roept op tot tijdig aanvragen artikel 23-vergunning

Belastingdienst roept op tot tijdig aanvragen artikel 23-vergunning

Bent u MKB-ondernemer en importeert u goederen uit het Verenigd Koninkrijk (VK)? U doet er dan verstandig aan om een zogenoemde artikel 23-vergunning aan te vragen. Als u dat vóór 15 oktober 2020 doet, ontvangt u de vergunning volgens de Belastingdienst voor het eind van het jaar. Dan loopt namelijk de overgangsregeling af die de EU heeft getroffen met het VK in verband met de Brexit. Hierin is geregeld dat bestaande fiscale regels blijven gelden tot het eind van het jaar. U heeft hierover  waarschijnlijk een brief ontvangen van de Belastingdienst met een bijgevoegd aanvraagformulier. De artikel 23-vergunning kunt u gebruiken bij de import uit een niet-EU-land. De btw op de geïmporteerde goederen hoeft u dan niet bij de inklaring aan de douane te betalen, maar geeft u aan in uw btw-aangifte. In dezelfde aangifte kunt u de btw als voorbelasting in aftrek brengen, mits u de goederen voor btw-belaste prestaties gebruikt. Kijk ook eens bij het Brexitloket. Daar vindt u onder meer een Brexitscan, waarmee u kunt nagaan welke gevolgen de Brexit heeft voor uw bedrijf.

Vraag tijdig tegemoetkoming amateursportorganisatie aan

Vraag tijdig tegemoetkoming amateursportorganisatie aan

De aanvraag van de eenmalige tegemoetkoming van maximaal € 3.500 voor amateursportorganisaties is sinds 22 september jl. eindelijk mogelijk geworden. De tegemoetkoming is bedoeld voor de doorlopende lasten in de periode 1 maart tot 1 juni 2020 en/of 1 juni t/m 31 augustus 2020. Het gaat hier om de kosten aan gas, licht, water, belastingen en heffingen, hypotheeklasten of kosten die samenhangen met leningen en verzekeringen. Ook personeelslasten en onderhoudskosten die betrekking hebben op het gebruik van de sportaccommodatie kwalificeren. U kunt de tegemoetkoming aanvragen met een speciaal formulier. De tegemoetkoming wordt verstrekt als door de coronamaatregelen in de genoemde periode(s) een omzetverlies van ten minste 20% is geleden ten opzichte van dezelfde periode in 2019. Daarnaast is hiervoor ook de hoogte van de doorlopende lasten van belang. Komt uw amateursportorganisatie voor de tegemoetkoming in aanmerking, zorg dan dat u de aanvraag tijdig doet: uiterlijk zondag 11 oktober 2020.

Toch geen vermogenstoets bij Tozo 3.0

Vermogenstoets bij Tozo 3.0 uitgesteld

Vanaf vandaag 1 oktober 2020 gaat het derde steunpakket van start om de gevolgen van de voortdurende coronacrisis te bestrijden. Een van de maatregelen betreft de verlenging van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) met negen maanden tot 1 juli 2021. Aanvankelijk was voorgesteld om in deze Tozo 3.0 een aanvullende beperkte vermogenstoets op te nemen. Die toets hield in dat als u meer dan € 46.520 aan direct beschikbare geldmiddelen (zoals contant geld, bank- en spaarsaldo en aandelen, obligaties en opties e.d.) heeft, u niet in aanmerking zou komen voor Tozo 3.0. Het kabinet heeft echter inmiddels besloten om deze beperkte vermogenstoets nog niet in te voeren, maar uit te stellen tot 1 april 2021. Dit Betekent dat u voor de maanden oktober 2020 tot en met maart 2021 een uitkering voor levensonderhoud kunt aanvragen zonder dat er een beperkte vermogenstoets wordt uitgevoerd.

 

Opbrengst uit tijdelijk verhuur tuinhuisje toch belast in box 1

Opbrengst uit tijdelijk verhuur tuinhuisje toch belast in box 1

De Hoge Raad heeft onlangs geoordeeld dat de opbrengst uit de tijdelijke verhuur van een tuinhuisje via Airbnb belast is in box 1. Van de opbrengst moet 70% bovenop het eigenwoningforfait geteld worden. Eerder hadden lagere rechters geoordeeld dat deze 70%-bepaling niet van toepassing is omdat slechts een deel van de eigen woning werd verhuurd. De Hoge Raad overweegt echter dat uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het de bedoeling was om de opbrengsten uit de tijdelijke verhuur – van zowel de gehele woning als een gedeelte daarvan – te belasten in box 1. Het tuinhuisje blijft onderdeel van de eigen woning tijdens de tijdelijke verhuurperiodes. Verhuur van tuinhuisjes via Airbnb is dus fiscaal minder aantrekkelijk dan gedacht. Overigens neemt de Belastingdienst steeds vaker het standpunt in dat opbrengsten uit (tijdelijke) verhuur via Airbnb moeten worden belast als resultaat uit overige werkzaamheid (ook belast in box 1).