Doe tijdig suppletieaangifte en voorkom belastingrente

Doe tijdig suppletieaangifte en voorkom belastingrente

Een suppletieaangifte moet u indienen, zodra duidelijk wordt dat u te veel of te weinig btw heeft betaald. Hebt u te weinig btw betaald, dan wordt u belastingrente verschuldigd vanaf de eerste dag na afloop van het kalender- of boekjaar waarop die btw betrekking heeft. Dit voorkomt u door de suppletieaangifte in te dienen binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar waarop de suppletie betrekking heeft. Er wordt dan geen belastingrente berekend, mits de suppletie een vrijwillige verbetering is. Bedragen tot € 1.000 mag u verrekenen in de eerstvolgende btw-aangifte. Hiervoor hoeft u dus geen suppletieaangifte te doen.

Wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen bv een stapje dichterbij

Wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen bv een stapje dichterbij

Het vorig jaar aangekondigde wetsvoorstel om excessief lenen bij de eigen vennootschap tegen te gaan, is afgelopen maandag in concept gepubliceerd. Tot 1 april 2019 loopt er een consultatieronde, waarbij belangstellenden kunnen reageren op de inhoud van het wetsvoorstel. De verwachting is dat het wetsvoorstel daarna in de zomer bij de Tweede Kamer wordt ingediend. Het bovenmatig lenen bij de eigen vennootschap wordt tegengegaan door het lenen bij de eigen bv van meer dan € 500.000 te belasten als inkomen uit aanmerkelijk belang in box 2. Dit wil zeggen dat er over het meerdere 25% (huidig tarief) inkomstenbelasting moet worden betaald. Dit aanmerkelijkbelangtarief wordt de komende jaren in twee stappen verhoogd: naar 26,25% in 2020 en naar 26,9% in 2021. De maatregel moet in werking treden vanaf 1 januari 2022. Bent u een aanmerkelijkbelanghouder voor wie deze maatregel gevolgen heeft? Zorg dan dat u de schulden aan uw eigen bv terugbrengt tot een bedrag onder de € 500.000.

 

Let op

Er geldt een overgangsregeling voor bestaande en nieuwe eigenwoningschulden van de eigen bv. Die regeling houdt in dat boven op deze eigenwoningschulden een aanvullende drempel geldt van € 500.000 voor u en uw partner gezamenlijk. Er is echter voorgesteld om een extra voorwaarde te verbinden aan nieuwe (na 31 december 2021) eigenwoningschulden bij de eigen bv. Voor deze schulden geldt dat u een recht van hypotheek verstrekt aan uw bv.

Controleer voorlopige berekeningen LKV, LIV of jeugd-LIV

Controleer voorlopige berekeningen LKV, LIV of jeugd-LIV

Ruim 140.000 werkgevers ontvangen tussen 27 februari jl. en 14 maart 2019 voorlopige berekeningen van het UWV. Daarin staat voor welke werknemers – en tot welk bedrag – u als werkgever recht heeft op loonkostenvergoedingen (LKV), het lage-inkomensvoordeel (LIV) of het jeugd-lage-inkomensvoordeel (jeugd-LIV). Deze berekeningen zijn gebaseerd op de loonaangiften en correcties over 2018, die tot en met 31 januari 2019 zijn gedaan. Als een aanvraag voor een doelgroepverklaring op 31 januari 2019 nog in behandeling was, staan de LKV nog niet in de voorlopige berekening.
Controleer de voorlopige berekeningen en dien eventuele correcties op de loongiften bij de Belastingdienst in vóór 1 mei 2019. Zijn de loonaangiften wel juist ingevuld, maar denkt u dat de voorlopige berekening niet juist is? Of zijn er na 15 maart 2019 geen voorlopige berekeningen

Onterecht misgelopen kindgebonden budget 2013 – 2017 wordt nabetaald

Onterecht misgelopen kindgebonden budget 2013 – 2017 wordt nabetaald

Ouders van wie eerder het kindgebonden budget is stopgezet vanwege te veel inkomen, maar die later wel weer aan de voorwaarden voldeden, hadden toen automatisch weer kindgebonden budget moeten krijgen. Dat is in de periode 2013 – 2017 niet gebeurd, omdat het systeem ervan uitging dat de ouders daarvoor eerst zelf een nieuwe aanvraag moesten indienen. Honderdduizenden ouders hebben daardoor tussen 2013 en 2017 ten onrechte geen kindgebonden budget ontvangen. Staatssecretaris Van Ark heeft toegezegd dat het misgelopen kindgebonden budget wordt nabetaald.

De Belastingdienst/Toeslagen past eind 2019 de systemen aan, zodat over 2018 en 2019 het kindgebonden budget in voorkomende gevallen wel automatisch wordt herstart.

De budgettaire tegenvaller van de systeemfout wordt waarschijnlijk opgevangen door in 2020 het kindgebonden budget niet te indexeren.

Bijtelling privégebruik auto 25% niet naar 22%

Bijtelling privégebruik auto 25% niet naar 22%

Rijdt uw werknemer in een auto van de zaak waarvoor een bijtelling van 25% wegens privégebruik geldt? In dat geval kan de volgende uitspraak van de hoogste belastingrechter, de Hoge Raad, voor u van belang zijn. De uitspraak betreft een werknemer die rijdt in een auto van de zaak, die in augustus 2015 voor het eerst op naam is gesteld in het kentekenregister. De bijtelling wegens privégebruik bedraagt daarom 25%. Op 1 januari 2017 wordt het bijtellingspercentage van een dergelijke auto van de zaak verlaagd naar 22%. Daarbij is overgangsrecht opgenomen, waardoor de bijtelling ook na 1 januari 2017 25% blijft. De Hoge Raad heeft onlangs dat deze ongelijke behandeling van gelijke gevallen is toegestaan. Er is geen sprake van discriminatie, omdat er een redelijke en objectieve rechtvaardiging bestaat voor het onderscheid.

Let op
Het overgangsrecht is dus niet gunstig voor werknemers die op 1 januari 2017 al reden in een auto van de zaak met een bijtelling van 25%. Zij zitten echter niet alleen gedurende de overgangsperiode van maximaal 60 maanden vast aan deze hoge bijtelling, maar ook na de 60-maandstermijn van het overgangsrecht als zij blijven rijden in dezelfde auto.

Dien de schenkingsaangifte tijdig in

Dien de schenkingsaangifte tijdig in

Heb je van jouw ouders in 2018 een eenmalig vrijgestelde schenking ontvangen? Denk er dan aan dat je – anders dan de woorden wellicht doen vermoeden – hiervoor een schenkingsaangifte moet indienen. Deze eenmalige vrijstelling kan je namelijk alleen benutten als je in de schenkingsaangifte verzoekt om toepassing van de vrijstelling. De schenkingsaangifte moet vóór 1 maart 2019 zijn ingediend. Dit kan digitaal door met jouw DigiD in te loggen op MijnBelastingdienst

Overbruggingsregeling transitievergoeding versoepeld

Overbruggingsregeling transitievergoeding versoepeld

De voorwaarden om in aanmerking te komen voor de overbruggingsregeling transitievergoeding zijn per 1 januari 2019 versoepeld. Deze regeling is bestemd voor werkgevers met een klein bedrijf, die bij ontslag van hun werknemer(s) de transitievergoeding niet kunnen betalen. Kom je voor deze overbruggingsregeling in aanmerking, dan hoef je bij de berekening van de transitievergoeding geen rekening te houden met dienstjaren van vóór 1 mei 2013. Dit moet voorkomen dat je door de transitievergoedingen verder in de problemen komt. Jouw adviseur kan nagaan of jij op grond van de versoepelde voorwaarden in aanmerking komt voor deze overbruggingsregeling.

Anoniementarief bij ontbreken buitenlands adres

Anoniementarief bij ontbreken buitenlands adres

Van werknemers die geen inwoner zijn van Nederland mag u in de aangifte Loonheffingen niet het tijdelijke Nederlandse verblijfsadres (bijvoorbeeld een vakantiewoning) opnemen. U moet het buitenlandse adres vermelden. Is dat niet bekend, dan past u het anoniementarief toe. Aan de hand van de feiten en omstandigheden bepaalt u van welk land een werknemer inwoner is. Als zijn/haar sociale en economische leven zich hier afspeelt, is dat Nederland. Woont het gezin in het buitenland, gaan zijn/haar kinderen daar naar school, worden er daar bankrekeningen aangehouden en wordt daar ook regelmatig naartoe gereisd? In dat geval is hij of zij geen inwoner van Nederland. U neemt dan het buitenlandse adres op in de loonadministratie.

Tip
Vraag de werknemer bij twijfel om een woonplaatsverklaring. Deze kan worden aangevraagd bij het belastingkantoor (mogelijk in het buitenland) waaronder de werknemer valt.

Hogere vrije ruimte voor kleine werkgevers

Hogere vrije ruimte voor kleine werkgevers

Er komt vanaf 1 januari 2020 een tweeschijvenstelsel in de berekening van de vrije ruimte. De vrije ruimte wordt dan berekend als 1,7% van de loonsom tot € 400.000 plus 1,2% van de resterende loonsom. Daarnaast hoeft u een vergoeding voor een verklaring omtrent gedrag (VOG) niet meer ten laste van de vrije ruimte te brengen. Nu tellen die vergoedingen nog wel mee voor de vrije ruimte. Dit leidt tot veel onbegrip bij werkgevers, omdat een VOG vaak wettelijk verplicht is en niet tot een voordeel leidt voor de werknemer. De wijzigingen zijn een gevolg van een evaluatie van de werkkostenregeling. Hierbij is er overleg geweest met ondernemers, brancheorganisaties en intermediairs.

 

Hoe pakt de verruiming uit?

We geven hierna enkele  voorbeelden van hoe deze verruiming van de werkkostenregeling concreet uitpakt.

Loonsom (€) Vrije ruimte voor de maatregel (€) Vrije ruimte na de maatregel (€) Verruiming als bedrag (€) Verruiming als percentage
200.000 2.400 3.400 1.000 42%
400.000 4.800 6.800 2.000 42%
800.000 9.600 11.600 2.000 21%
4.000.000 48.000 50.000 2.000 4%

Loonheffingennummer weer zelf aanvragen

Loonheffingennummer weer zelf aanvragen

Nieuwe bv’s met een natuurlijke persoon als aandeelhouder, moeten sinds 1 januari 2019 weer zelf een loonheffingennummer aanvragen. Sinds april 2018 verstrekte de Belastingdienst dit nummer automatisch, maar deze werkwijze is per 1 januari jl. al weer gewijzigd. U wordt als DGA aangemerkt als werknemer van uw bv. De bv moet u ten minste een gebruikelijk loon betalen, waarop zij ook loonheffingen moet inhouden en waarvoor zij loonaangifte moet doen. Ook als u verder geen personeel in dienst heeft, moet u dus een loonheffingennummer hebben. U kunt het nummer aanvragen met het formulier Melding Loonheffingen (aanmelding werkgever). De Belastingdienst verstrekt het nummer binnen vijf werkdagen na de aanmelding. Uw bv krijgt ook een aangiftebrief, waarin staat over welke tijdvakken zij loonaangifte moet doen.