Samenwoners pas op met afkoop partneralimentatie

Samenwoners pas op met afkoop partneralimentatie

Als twee mensen hebben samengewoond en uit elkaar gaan, kan er geen aanspraak worden gemaakt op partneralimentatie. Toch kunnen de aard en duur van de relatie daartoe aanleiding geven. Gaat u uit elkaar, bent u daarbij partneralimentatie overeengekomen en is dit vastgelegd en daarmee rechtens afdwingbaar gemaakt? In dat geval is deze vorm van alimentatie – net als bij gehuwden – bij de ontvanger belast en bij de betaler aftrekbaar. Er is wel een verschil met gehuwden, als dit toegezegde recht vervolgens wordt afgekocht. De afkoopsom wordt bij de ontvanger dan wel belast, maar komt bij de betalende partij niet in aftrek. Dit komt omdat de aftrekmogelijkheid van een afkoopsom van eerder toegezegde partneralimentatie door ongehuwden simpelweg niet in de wet is geregeld.

 

Tip

Houd er daarom rekening mee dat een eenmaal toegezegde partneralimentatie daarna niet meer zonder fiscale schade kan worden afgekocht.

Meld tijdig uw S&O-uren en voorkom een boete

Meld tijdig uw S&O-uren en voorkom een boete

Heeft u als zelfstandig ondernemer in 2018 gebruik gemaakt van de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO)? U komt dan in aanmerking voor de S&O-aftrek. Maar zorg er dan wel voor dat u het aantal gerealiseerde S&O-uren vóór 1 april 2019 heeft opgegeven aan de RVO. Dit geldt ook voor de eventuele gemaakte S&O-kosten en -uitgaven als u bij de eerste aanvraag niet voor het forfait heeft gekozen maar voor de werkelijke S&O-kosten en -uitgaven. De gerealiseerde gegevens over 2018 moet u ook doorgeven als u wel een S&O-verklaring heeft, maar geen of minder S&O-uren heeft gerealiseerd dan vermeld in die verklaring. Het niet opgeven van de S&O-gegevens leidt tot een boete. U kunt de melding doen via het eLoket van RVO.nl.

Let op: Vanaf 2018 meldt u de gerealiseerde S&O-uren (en zo nodig de werkelijke S&O-kosten en – uitgaven) niet meer per S&O-verklaring. U moet alle S&O-uren (en eventuele S&O-kosten en -uitgaven) melden van alle S&O-verklaringen van 2018 tezamen.

Denk aan zakelijke vergoeding als u borg staat voor uw bv

Denk aan zakelijke vergoeding als u borg staat voor uw bv

Staat u borg voor een lening van uw bv? Zorg er dan voor dat u een zakelijke borgstellingsvergoeding opneemt in de borgstellingsovereenkomst. U kunt zich borgstellen voor een schuld (bijvoorbeeld een kredietfaciliteit) van uw bv bij een bank. U krijgt een regresvordering op uw bv als de bank de borgstelling heeft ingeroepen en u de schuld van de bv heeft voldaan. De bv kan u die vordering niet betalen, anders had de bank immers geen beroep op u gedaan. U wilt daarom het verlies op de regresvordering vervolgens in aftrek brengen op uw inkomen. Maar dat kan alleen als de borgstellingsovereenkomst die u met uw bv bent aangegaan, zakelijk tot stand is gekomen. Die zakelijkheid blijkt onder meer uit een redelijke vergoeding voor het risico dat u loopt als borgsteller. Dit is de vergoeding die een onafhankelijke derde zou eisen als hij hetzelfde risico zou lopen als u.

Doe tijdig suppletieaangifte en voorkom belastingrente

Doe tijdig suppletieaangifte en voorkom belastingrente

Een suppletieaangifte moet u indienen, zodra duidelijk wordt dat u te veel of te weinig btw heeft betaald. Hebt u te weinig btw betaald, dan wordt u belastingrente verschuldigd vanaf de eerste dag na afloop van het kalender- of boekjaar waarop die btw betrekking heeft. Dit voorkomt u door de suppletieaangifte in te dienen binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar waarop de suppletie betrekking heeft. Er wordt dan geen belastingrente berekend, mits de suppletie een vrijwillige verbetering is. Bedragen tot € 1.000 mag u verrekenen in de eerstvolgende btw-aangifte. Hiervoor hoeft u dus geen suppletieaangifte te doen.

Wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen bv een stapje dichterbij

Wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen bv een stapje dichterbij

Het vorig jaar aangekondigde wetsvoorstel om excessief lenen bij de eigen vennootschap tegen te gaan, is afgelopen maandag in concept gepubliceerd. Tot 1 april 2019 loopt er een consultatieronde, waarbij belangstellenden kunnen reageren op de inhoud van het wetsvoorstel. De verwachting is dat het wetsvoorstel daarna in de zomer bij de Tweede Kamer wordt ingediend. Het bovenmatig lenen bij de eigen vennootschap wordt tegengegaan door het lenen bij de eigen bv van meer dan € 500.000 te belasten als inkomen uit aanmerkelijk belang in box 2. Dit wil zeggen dat er over het meerdere 25% (huidig tarief) inkomstenbelasting moet worden betaald. Dit aanmerkelijkbelangtarief wordt de komende jaren in twee stappen verhoogd: naar 26,25% in 2020 en naar 26,9% in 2021. De maatregel moet in werking treden vanaf 1 januari 2022. Bent u een aanmerkelijkbelanghouder voor wie deze maatregel gevolgen heeft? Zorg dan dat u de schulden aan uw eigen bv terugbrengt tot een bedrag onder de € 500.000.

 

Let op

Er geldt een overgangsregeling voor bestaande en nieuwe eigenwoningschulden van de eigen bv. Die regeling houdt in dat boven op deze eigenwoningschulden een aanvullende drempel geldt van € 500.000 voor u en uw partner gezamenlijk. Er is echter voorgesteld om een extra voorwaarde te verbinden aan nieuwe (na 31 december 2021) eigenwoningschulden bij de eigen bv. Voor deze schulden geldt dat u een recht van hypotheek verstrekt aan uw bv.

Controleer voorlopige berekeningen LKV, LIV of jeugd-LIV

Controleer voorlopige berekeningen LKV, LIV of jeugd-LIV

Ruim 140.000 werkgevers ontvangen tussen 27 februari jl. en 14 maart 2019 voorlopige berekeningen van het UWV. Daarin staat voor welke werknemers – en tot welk bedrag – u als werkgever recht heeft op loonkostenvergoedingen (LKV), het lage-inkomensvoordeel (LIV) of het jeugd-lage-inkomensvoordeel (jeugd-LIV). Deze berekeningen zijn gebaseerd op de loonaangiften en correcties over 2018, die tot en met 31 januari 2019 zijn gedaan. Als een aanvraag voor een doelgroepverklaring op 31 januari 2019 nog in behandeling was, staan de LKV nog niet in de voorlopige berekening.
Controleer de voorlopige berekeningen en dien eventuele correcties op de loongiften bij de Belastingdienst in vóór 1 mei 2019. Zijn de loonaangiften wel juist ingevuld, maar denkt u dat de voorlopige berekening niet juist is? Of zijn er na 15 maart 2019 geen voorlopige berekeningen

Onterecht misgelopen kindgebonden budget 2013 – 2017 wordt nabetaald

Onterecht misgelopen kindgebonden budget 2013 – 2017 wordt nabetaald

Ouders van wie eerder het kindgebonden budget is stopgezet vanwege te veel inkomen, maar die later wel weer aan de voorwaarden voldeden, hadden toen automatisch weer kindgebonden budget moeten krijgen. Dat is in de periode 2013 – 2017 niet gebeurd, omdat het systeem ervan uitging dat de ouders daarvoor eerst zelf een nieuwe aanvraag moesten indienen. Honderdduizenden ouders hebben daardoor tussen 2013 en 2017 ten onrechte geen kindgebonden budget ontvangen. Staatssecretaris Van Ark heeft toegezegd dat het misgelopen kindgebonden budget wordt nabetaald.

De Belastingdienst/Toeslagen past eind 2019 de systemen aan, zodat over 2018 en 2019 het kindgebonden budget in voorkomende gevallen wel automatisch wordt herstart.

De budgettaire tegenvaller van de systeemfout wordt waarschijnlijk opgevangen door in 2020 het kindgebonden budget niet te indexeren.

Onterecht misgelopen kindgebonden budget 2013 – 2017 wordt nabetaald

Onterecht misgelopen kindgebonden budget 2013 – 2017 wordt nabetaald

Ouders van wie eerder het kindgebonden budget is stopgezet vanwege te veel inkomen, maar die later wel weer aan de voorwaarden voldeden, hadden toen automatisch weer kindgebonden budget moeten krijgen. Dat is in de periode 2013 – 2017 niet gebeurd, omdat het systeem ervan uitging dat de ouders daarvoor eerst zelf een nieuwe aanvraag moesten indienen. Honderdduizenden ouders hebben daardoor tussen 2013 en 2017 ten onrechte geen kindgebonden budget ontvangen. Staatssecretaris Van Ark heeft toegezegd dat het misgelopen kindgebonden budget wordt nabetaald.

De Belastingdienst/Toeslagen past eind 2019 de systemen aan, zodat over 2018 en 2019 het kindgebonden budget in voorkomende gevallen wel automatisch wordt herstart.

De budgettaire tegenvaller van de systeemfout wordt waarschijnlijk opgevangen door in 2020 het kindgebonden budget niet te indexeren.

Bijtelling privégebruik auto 25% niet naar 22%

Bijtelling privégebruik auto 25% niet naar 22%

Rijdt uw werknemer in een auto van de zaak waarvoor een bijtelling van 25% wegens privégebruik geldt? In dat geval kan de volgende uitspraak van de hoogste belastingrechter, de Hoge Raad, voor u van belang zijn. De uitspraak betreft een werknemer die rijdt in een auto van de zaak, die in augustus 2015 voor het eerst op naam is gesteld in het kentekenregister. De bijtelling wegens privégebruik bedraagt daarom 25%. Op 1 januari 2017 wordt het bijtellingspercentage van een dergelijke auto van de zaak verlaagd naar 22%. Daarbij is overgangsrecht opgenomen, waardoor de bijtelling ook na 1 januari 2017 25% blijft. De Hoge Raad heeft onlangs dat deze ongelijke behandeling van gelijke gevallen is toegestaan. Er is geen sprake van discriminatie, omdat er een redelijke en objectieve rechtvaardiging bestaat voor het onderscheid.

Let op
Het overgangsrecht is dus niet gunstig voor werknemers die op 1 januari 2017 al reden in een auto van de zaak met een bijtelling van 25%. Zij zitten echter niet alleen gedurende de overgangsperiode van maximaal 60 maanden vast aan deze hoge bijtelling, maar ook na de 60-maandstermijn van het overgangsrecht als zij blijven rijden in dezelfde auto.

Dien de schenkingsaangifte tijdig in

Dien de schenkingsaangifte tijdig in

Heb je van jouw ouders in 2018 een eenmalig vrijgestelde schenking ontvangen? Denk er dan aan dat je – anders dan de woorden wellicht doen vermoeden – hiervoor een schenkingsaangifte moet indienen. Deze eenmalige vrijstelling kan je namelijk alleen benutten als je in de schenkingsaangifte verzoekt om toepassing van de vrijstelling. De schenkingsaangifte moet vóór 1 maart 2019 zijn ingediend. Dit kan digitaal door met jouw DigiD in te loggen op MijnBelastingdienst