Verhoging bijtelling elektrische auto’s vanaf 2020

Verhoging bijtelling elektrische auto’s vanaf 2020

De bijtelling voor het privégebruik van een nieuwe elektrische auto’s van de zaak wordt in 2020 verhoogd van 4% naar 8%. Deze bijtelling wordt volgend jaar berekend over de eerste € 45.000 van de catalogusprijs van de auto. Is de catalogusprijs hoger dan geldt voor het meerdere een bijtellingspercentage van 22%. Nu is dat nog 4% bijtelling over de eerste € 50.000 en 22% over het meerdere. Er geldt wel een overgangsregeling, waardoor u vanaf de eerste tenaamstelling nog 60 maanden de bestaande bijtelling mag hanteren.

Het bijtellingspercentage voor elektrische auto’s wordt in 2021 verder verhoogd tot 12%. In 2022 tot met 2024 bedraagt de bijtelling 16% en in 2025 17%. De catalogusprijs van een nieuwe elektrische auto waarop deze percentages moeten worden toegepast, is in de periode 2021 tot met 2025 vastgesteld op € 40.000. Is de catalogusprijs hoger dan geldt voor het meerdere weer een bijtellingspercentage van 22%. Met ingang van 2026 bedraagt de bijtelling van de elektrische auto 22% over de hele catalogusprijs, gelijk aan die van gewone auto’s.

Let op: rijdt u in een auto op waterstof dan geldt de splitsing in het bijtellingspercentage niet voor u.

Minder zelfstandigenaftrek

Minder zelfstandigenaftrek

Een van de maatregelen die op Prinsjesdag is bekendgemaakt is dat de zelfstandigenaftrek (nu maximaal € 7.280) in 8 stappen van € 250 per jaar en 1 stap van € 280 wordt verlaagd, zodat deze aftrek uiteindelijk € 5.000 bedraagt in 2028. In 2020 bedraagt de zelfstandigenaftrek dus maximaal € 7.030. U komt in beginsel voor deze aftrek in aanmerking als u:

  • jonger bent dan de AOW-gerechtigde leeftijd én
  • tenminste 1.225 uren én
  • 50% van uw totale arbeidstijd aan werkzaamheden voor uw onderneming besteedt.

 

Heeft u aan het begin van het kalenderjaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt en voldoet u aan het urencriterium, dan heeft u recht op 50% van de aftrek.

Denk aan tijdige aangifte en betaling verhuurderheffing 2019

Denk aan tijdige aangifte en betaling verhuurderheffing 2019

Verhuurde u op 1 januari 2019 meer dan 50 huurwoningen met een maandelijkse huurprijs onder de huurtoeslaggrens (2019: € 720,42)? In dat geval moet u aangifte doen voor de verhuurderheffing. De in aanmerking te nemen WOZ-waarde waarover de heffing wordt berekend, bedraagt dit jaar maximaal € 270.000 per woning. Maar u bent vrijgesteld van verhuurderheffing als uw woningen Rijksmonumenten (woningen die volgens de Erfgoedwet als zodanig zijn aangewezen) zijn. U doet de aangifte op de website van de Belastingdienst en dient deze uiterlijk 30 september 2019 in. De heffing moet u dan ook hebben betaald.

Heeft u de aangifte verhuurderheffing 2019 al ingediend, maar is daarin een fout gemaakt? In dat geval kunt u de aangifte nog tot en met 30 september a.s. corrigeren en eventueel de extra verschuldigde verhuurderheffing bijbetalen. Daarna wordt de correctie beschouwd als bezwaar of als een verzoek om naheffing.

Wijziging box-3-heffing over spaargeld op komst

Wijziging box-3-heffing over spaargeld op komst

Hoe groter uw vermogen is, des te meer rendement u geacht wordt te maken en dus hoe meer box-3-heffing u moet betalen. Maar bestaat uw vermogen alleen uit spaargeld, dan maakt u vaak veel minder rendement dan u geacht wordt te maken. Het kan zo zijn dat u zelfs meer belasting moet betalen dan u werkelijk aan rente heeft genoten. De redelijkheid hiervan staat al jaren ter discussie. Maar nu lijkt er echt verandering te komen in deze systematiek van box 3. Staatssecretaris Snel heeft namelijk voorgesteld om voortaan voor de box-3-heffing meer aan te sluiten bij de werkelijke verhouding tussen spaargeld, beleggingen en schulden. Over uw werkelijke spaartegoed wordt een vooraf vastgestelde rente berekend die zoveel als mogelijk aansluit bij de werkelijke rente. Op dit moment zou die rente 0,09% bedragen. Volgens de voorlopige berekening blijft dan de eerste € 440.000 aan spaargeld onbelast. Ook de kleine belegger (tot € 30.000) blijft met het nieuwe systeem buiten de box-3-heffing. Moet u de box-3-heffing wel betalen, dan wordt het tarief 33%. U moet nog wel even geduld hebben, want het parlement moet het voorstel nog wel eerst goedkeuren en de Belastingdienst moet de wijziging dan nog doorvoeren. Daarom treedt het nieuwe systeem in box 3 pas in 2022 in werking.

Denk aan tijdig beantwoorden Informatieverzoek van fiscus voor nihilaangever

Denk aan tijdig beantwoorden Informatieverzoek van fiscus voor nihilaangever

 Hebt u meer dan 15 maanden geen werknemersgegevens en bedragen ingevuld in de loonaangiften? U heeft dan als zogenoemde nihilaangever een informatieverzoek ontvangen van de Belastingdienst. Let erop dat u de gestelde vragen vóór 24 september a.s. beantwoordt. Aan de hand van de antwoorden bepaalt de Belastingdienst of en tot en met welk loontijdvak u nog loonaangiften moet indienen, als blijkt dat u geen werknemers meer in dienst heeft. U krijgt hierover binnen 8 weken bericht.

Tijd dringt voor aanvraag subsidie voor praktijk- en werkleerplaatse

Tijd dringt voor aanvraag subsidie voor praktijk- en werkleerplaatse

Heeft u in uw bedrijf in het studiejaar 2018/2019 een praktijk- of werkleerplaats aangeboden? U kunt dan nog tot uiterlijk 16 september 2019 subsidie aanvragen als tegemoetkoming in de begeleidingskosten. Deze subsidieregeling Praktijkleren is bedoeld om mensen beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt en richt zich vooral op kwetsbare groepen, studenten in sectoren met een dreigend tekort aan gekwalificeerd personeel en wetenschappelijk personeel. De voorwaarden om hiervoor in aanmerking te komen verschillen per categorie. Het maximale subsidiebedrag is € 2.700 per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats.

Bereid u voor op de wijzigingen in de WW-premie

Bereid u voor op de wijzigingen in de WW-premie

Per 1 januari 2020 hangt de WW-premie niet meer af van de sector waarin u door de Belastingdienst bent ingedeeld. De WW-premie wordt dan bepaald door de aard van het arbeidscontract. U betaalt dan bij een schriftelijke overeenkomst voor onbepaalde tijd de lage premie, in andere gevallen de hoge premie. Het verschil tussen de hoge en de lage premie is vastgesteld op vijf procentpunten! Wilt u de lage premie kunnen toepassen, dan zullen de schriftelijke contracten voor werknemers die bij u voor onbepaalde tijd in dienst zijn, bij de loonadministratie moeten worden bewaard. Ontbreken de schriftelijke contracten, dan zullen deze alsnog moeten worden opgesteld. Ook zult u de aard van de overeenkomst op de loonstrook en in de loonaangifte moeten vermelden. Check of u aan deze voorwaarden voldoet, zodat u volgend jaar niet onnodig de hoge WW-premie moet betalen.

Maak gebruik van de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis

Maak gebruik van de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis

Bent u huiseigenaar en van plan om isolatiemaatregelen te treffen in uw eigen woning? Dan komt u mogelijk in aanmerking voor de Subsidieregeling Energiebesparing eigen huis (SEEH). Deze subsidieregeling wordt vanaf 2 september 2019 opengesteld. U kunt subsidie krijgen voor twee of meer grote isolatiemaatregelen in uw eigen huis, zoals het isoleren van een vloer of gevel en het plaatsen van hoogrendementsglas. Per woning kunt u tot € 10.000 subsidie krijgen. Isolatiemaatregelen die zijn uitgevoerd en betaald vanaf 15 augustus 2019 komen voor de subsidie in aanmerking. U dient de subsidieaanvraag in via de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Anticipeer dit jaar op nieuwe regels oproepkrachten

Anticipeer dit jaar op nieuwe regels oproepkrachten

Maakt u gebruik van oproepkrachten? Dan gaat er veel voor u veranderen in 2020 door de inwerkingtreding van de ‘Wet arbeidsmarkt in balans’. Dit betekent dat u dit jaar nog in actie moet komen. Een van de maatregelen betreft namelijk de verplichting om de werknemer elke 12 maanden een aanbod te doen voor een vast aantal uren gebaseerd op het gemiddelde van de afgelopen 12 maanden. U bent gehouden om dit binnen 1 maand na afloop van deze periode te doen. Voor werknemers die in 2019 al aan dit vereiste voldoen, kent de nieuwe regeling 1 maand uitstel. Concreet betekent dit dat u aan deze groep werknemers tenminste op 1 februari 2020 een aanbod moet doen. Kortom, het aantal uren in 2019 is hiervoor bepalend. Als u werkt met tijdelijke contracten, is dit uiteraard een moment om dan of nu al in 2019 te beslissen of u de arbeidsovereenkomst nog wel wilt verlengen.

Verzoek tijdig om teruggaaf buitenlandse btw

Verzoek tijdig om teruggaaf buitenlandse btw

Bent u een btw-ondernemer aan wie door ondernemers in een andere EU-lidstaat in 2018 buitenlandse btw in rekening is gebracht? Die btw kunt u terugvragen via de Belastingdienst, mits het teruggaafverzoek tijdig is ingediend. Hiervoor moet u inloggen op een speciale website. Zodra het teruggaafverzoek is ingediend, stuurt de Belastingdienst dit verzoek binnen 15 dagen door naar de belastingdienst van het EU-land waar de btw wordt teruggevraagd. Duurt dit langer, dan maakt u  mogelijk aanspraak op coulancerente. De teruggaafverzoeken moeten uiterlijk op 30 september 2019 bij de Belastingdienst zijn ingediend. Uitstel is niet mogelijk.