Vraag na of de massaalbezwaarprocedure tegen box-3-heffing 2020 voor u zinvol is

Vraag na of de massaalbezwaarprocedure tegen box-3-heffing 2020 voor u zinvol is

Ook de bezwaarschriften die gericht zijn tegen de box-3-heffing in de definitieve aanslag inkomstenbelasting (IB) 2020 worden onder voorwaarden aangewezen als massaal bezwaar. Er lopen momenteel nog massaalbezwaarprocedures tegen de box-3-heffing over de jaren 2017 tot en met 2019. Wilt u deelnemen aan de massaalbezwaarprocedure tegen de box-3-heffing over 2020? Zorg dan dat u tijdig bezwaar maakt (of laat maken) tegen de definitieve IB-aanslag 2020. Bij aanwijzing als massaal bezwaar wordt er niet op elk bezwaarschrift individueel uitspraak gedaan. Er komt dan ten aanzien van de bepaalde bezwaargronden één collectieve uitspraak die gepubliceerd zal worden in de Staatscourant en wordt bekendgemaakt via de pers.

Tip

Vraag uw adviseur of het voor u zinvol is om gebruik te maken van de massaalbezwaarprocedure tegen de box-3-heffing over 2020.

Kortere loondoorbetaling bij ziekte voor werkende AOW’ers per 1 april 2021 gaat níet door!

Kortere loondoorbetaling bij ziekte voor werkende AOW’ers per 1 april 2021 gaat níet door!

In de ‘Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd’ (1 januari 2016) was bepaald dat u onder meer bij ziekte van een werkende AOW’er zes weken loon moest gaan doorbetalen. Die periode werd echter in het kader van een overgangsregeling tijdelijk op dertien weken vastgesteld. Op 1 april 2021 zou deze overgangsregeling eindigen. De duur van de loondoorbetaling bij ziekte van doorwerkende AOW’ers – – ook voor bestaande ziektegevallen – zou dan weer van dertien naar zes weken worden teruggebracht. Dit gaat echter voorlopig niet door. Het UWV kan de wijziging namelijk niet uitvoeren voor 1 januari 2022. De duur van de loondoorbetaling bij ziekte van werkende AOW’ers blijft daarmee dus ook na 1 april 2021 dertien weken.

Tip

Houd in uw administratie rekening met het feit dat het verkorten van de loondoorbetalingsplicht van 13 naar 6 weken per 1 april 2021 niet doorgaat.

Kortere loondoorbetaling bij ziekte voor werkende AOW’ers per 1 april 2021 gaat níet door!

Kortere loondoorbetaling bij ziekte voor werkende AOW’ers per 1 april 2021 gaat níet door!

In de ‘Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd’ (1 januari 2016) was bepaald dat u onder meer bij ziekte van een werkende AOW’er zes weken loon moest gaan doorbetalen. Die periode werd echter in het kader van een overgangsregeling tijdelijk op dertien weken vastgesteld. Op 1 april 2021 zou deze overgangsregeling eindigen. De duur van de loondoorbetaling bij ziekte van doorwerkende AOW’ers – – ook voor bestaande ziektegevallen – zou dan weer van dertien naar zes weken worden teruggebracht. Dit gaat echter voorlopig niet door. Het UWV kan de wijziging namelijk niet uitvoeren voor 1 januari 2022. De duur van de loondoorbetaling bij ziekte van werkende AOW’ers blijft daarmee dus ook na 1 april 2021 dertien weken.

Tip

Houd in uw administratie rekening met het feit dat het verkorten van de loondoorbetalingsplicht van 13 naar 6 weken per 1 april 2021 niet doorgaat.

Meld tijdig uw S&O-uren en voorkom een boete

Meld tijdig uw S&O-uren en voorkom een boete

Heeft u als werkgever of ondernemer in 2020 gebruikgemaakt van de Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO)? In dat geval komt u als werkgever tot € 350.000 in aanmerking voor de afdrachtvermindering WBSO van 32% (starters 40%) van de loonkosten (en de eventuele overige S&O-kosten en -uitgaven). Daarboven bedraagt de afdrachtvermindering 16%. Bent u ondernemer, dan komt dan in aanmerking voor de S&O-aftrek van € 12.980 (verhoogd met € 6.391 als u starter bent). In beide gevallen geldt dat u het aantal gerealiseerde S&O-uren over 2020 vóór 1 april 2021 moet opgeven aan de RVO. Dit geldt ook voor de eventuele gemaakte S&O-kosten en -uitgaven als u bij de eerste aanvraag niet voor het forfait hebt gekozen maar voor de werkelijke S&O-kosten en -uitgaven. De gerealiseerde gegevens over 2020 moet u ook doorgeven als u wel een S&O-verklaring hebt, maar geen of minder S&O-uren hebt gerealiseerd dan vermeld in die verklaring. Het niet opgeven van de S&O-gegevens leidt tot een boete. U kunt de melding doen via het eLoket van RVO.nl.

Tip

De gerealiseerde S&O-uren over 2020 kunt u nu nog via het eLoket melden met eHerkenning1. Vanaf 1 juli 2021 wordt eHerkenning3 verplicht.

 

Toch nog langer versoepelde vaste onbelaste reiskostenvergoeding

Toch nog langer versoepelde vaste onbelaste reiskostenvergoeding

De verandering van het reispatroon van werknemers door het thuiswerken vanwege de coronacrisis, hoeft tot 1 juli 2021 geen gevolgen te hebben voor de vaste en onbelaste reiskostenvergoeding. Aanvankelijk mocht u deze onbelaste vaste reiskostenvergoeding nog tot 1 april 2021 voortzetten. Maar het kabinet heeft de versoepeling toch nog verder verlengd. Voorwaarde blijft dat dit alleen geldt voor vaste onbelaste reiskostenvergoedingen die u vóór 13 maart 2020 (dus vóór de coronacrisis) onvoorwaardelijk aan uw werknemers hebt toegekend.

Tip

U hoeft de vaste en onbelaste reiskostenvergoeding niet aan te passen, maar u mag de vergoeding wel bijstellen bij een verandering van het reispatroon.

Toch nog langer versoepelde vaste onbelaste reiskostenvergoeding

Toch nog langer versoepelde vaste onbelaste reiskostenvergoeding

De verandering van het reispatroon van werknemers door het thuiswerken vanwege de coronacrisis, hoeft tot 1 juli 2021 geen gevolgen te hebben voor de vaste en onbelaste reiskostenvergoeding. Aanvankelijk mocht u deze onbelaste vaste reiskostenvergoeding nog tot 1 april 2021 voortzetten. Maar het kabinet heeft de versoepeling toch nog verder verlengd. Voorwaarde blijft dat dit alleen geldt voor vaste onbelaste reiskostenvergoedingen die u vóór 13 maart 2020 (dus vóór de coronacrisis) onvoorwaardelijk aan uw werknemers hebt toegekend.

Tip

U hoeft de vaste en onbelaste reiskostenvergoeding niet aan te passen, maar u mag de vergoeding wel bijstellen bij een verandering van het reispatroon.

Benut Subsidieregeling voor emissieloze bedrijfsauto’s

Benut Subsidieregeling voor emissieloze bedrijfsauto’s

Koopt of (financial) leaset u een emissieloze bedrijfsauto, dan kunt u sinds 15 maart jl.  subsidie krijgen op grond van de Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s (SEBA). U ontvangt 10% van de netto catalogusprijs (voertuigcategorie N1) of 10% van de verkoopprijs zonder btw (voertuigcategorie N2 tot en met 4.250 kg). Het subsidiebedrag is gemaximeerd op € 5.000 per bedrijfsauto. Bij operational lease kunt u van deze subsidieregeling gebruik maken als de leasemaatschappij de subsidie aanvraagt en verwerkt in het operational leasecontract. De regeling loopt tot en met 2025.

 Tip

U komt voor de aanschaf van emissieloze bedrijfsauto’s – naast de SEBA – mogelijk ook in aanmerking voor de Milieu-investeringsaftrek (MIA). Het moet dan gaan om een elektrisch aangedreven voertuig dat op de Milieulijst staat (code E 3110). Ook voor een oplaadpunt kan MIA worden verkregen. De MIA komt bovendien niet in mindering op het subsidiebedrag.

Benut Subsidieregeling voor emissieloze bedrijfsauto’s

Benut Subsidieregeling voor emissieloze bedrijfsauto’s

Koopt of (financial) leaset u een emissieloze bedrijfsauto, dan kunt u sinds 15 maart jl.  subsidie krijgen op grond van de Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s (SEBA). U ontvangt 10% van de netto catalogusprijs (voertuigcategorie N1) of 10% van de verkoopprijs zonder btw (voertuigcategorie N2 tot en met 4.250 kg). Het subsidiebedrag is gemaximeerd op € 5.000 per bedrijfsauto. Bij operational lease kunt u van deze subsidieregeling gebruik maken als de leasemaatschappij de subsidie aanvraagt en verwerkt in het operational leasecontract. De regeling loopt tot en met 2025.

 Tip

U komt voor de aanschaf van emissieloze bedrijfsauto’s – naast de SEBA – mogelijk ook in aanmerking voor de Milieu-investeringsaftrek (MIA). Het moet dan gaan om een elektrisch aangedreven voertuig dat op de Milieulijst staat (code E 3110). Ook voor een oplaadpunt kan MIA worden verkregen. De MIA komt bovendien niet in mindering op het subsidiebedrag.

Dien suppletieaangifte tijdig in

Dien suppletieaangifte tijdig in

Een suppletieaangifte moet u indienen, zodra duidelijk wordt dat u te veel of te weinig btw hebt betaald. Hebt u te weinig btw betaald? In dat geval wordt u 4% belastingrente verschuldigd vanaf de eerste dag na afloop van het kalender- of boekjaar waarop die btw betrekking heeft. Dit voorkomt u door de suppletieaangifte in te dienen binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar waarop de suppletie betrekking heeft. Er wordt dan geen belastingrente berekend, mits de suppletie een vrijwillige verbetering is en is betaald. Wel kunt u eventueel een verzuimboete krijgen.

Tip

Voorkom belastingrente en dien de suppletieaangifte tijdig in. Bedragen tot € 1.000 mag u verrekenen in de eerstvolgende btw-aangifte. Hiervoor hoeft u dus geen suppletieaangifte te doen.

Dien suppletieaangifte tijdig in

Dien suppletieaangifte tijdig in

Een suppletieaangifte moet u indienen, zodra duidelijk wordt dat u te veel of te weinig btw hebt betaald. Hebt u te weinig btw betaald? In dat geval wordt u 4% belastingrente verschuldigd vanaf de eerste dag na afloop van het kalender- of boekjaar waarop die btw betrekking heeft. Dit voorkomt u door de suppletieaangifte in te dienen binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar waarop de suppletie betrekking heeft. Er wordt dan geen belastingrente berekend, mits de suppletie een vrijwillige verbetering is en is betaald. Wel kunt u eventueel een verzuimboete krijgen.

Tip

Voorkom belastingrente en dien de suppletieaangifte tijdig in. Bedragen tot € 1.000 mag u verrekenen in de eerstvolgende btw-aangifte. Hiervoor hoeft u dus geen suppletieaangifte te doen.